Grasland is typerend voor de vulkanische Eifel. Ongeveer tweederde van de landbouwgrond bestaat uit weilanden en weilanden. Het gaat hierbij niet alleen om laagsoortig “unitair groen” met intensief gebruik en mestbemesting, maar ook om uitgestrekte weiden met hooiproductie.
In veel gemeenschappen is er traditioneel nog steeds veehouderij met een focus op melkkoeien. Maar ook tal van zoogkoeien, schapen, geiten en paarden zorgen voor het gebruik van de groei. Deze graasdieren hebben alleen geleid tot de opkomst van deze eeuwenoude “cultuurbiotopen”, en hangende weiden kunnen op geen andere manier worden bewaard dan door dieren te grazen.
Magische bloemenpracht
Het hoogseizoen van bloemenweiden is de maanden mei tot juli en september voor het eerste of tweede maaien. Na de hooisnoei is de diversiteit voor het eerst verdwenen – tot de volgende groei. De weilanden vertellen de plantenkenner veel over de locatie: vochtig of droog, zuur of kalkhoudend, voedzaam of mager – dit blijkt uit de verschillende indicatorplanten. Vooral veel en soortenrijke bloemenweiden zijn te vinden in de gemeenschappen Pelm, Berndorf, Walsdorf-Zilsdorf, Betteldorf, Dockweiler, Neroth, Steinborn en in het Kelberger gebied.
Vooral veel en gevarieerde weilanden en weilanden zijn te vinden in de omgeving van Walsdorf-Zilsdorf. Hier ontmoet de Midden-Devoon Hillesheimer Kalkmulde het vulkanisme van de moderne tijd van de aarde en dat op een hoogte van maximaal 600 meter boven het normale nulpunt. Door een kleinschalige landbouwstructuur met tal van parttime boeren was er geen druk om te intensiveren, waardoor de soortenrijke graslandsamenlevingen op grote schaal konden worden behouden.
Zeldzame schoonheden in moerassige habitat
In natte tot vochtige gebieden zijn het de boskipmoerassen, moerasmoerassen, weidezoete weiden, pijpgraslanden en grote gescheiden weiden die het beeld bepalen. Op vers aan verandering-vochtige plaatsen, domineren de berg vlakke haverweiden met bosrekening als karakter, en in droge en ondiepe gebieden is het de gouden haverweiden tot kalksteengraslanden.
Een bijzonder kenmerk zijn de kalkmoerassen (Davallseggenriede), die hun distributie focus in Rijnland-Palts.In heuvelachtige locaties, waterdoorlatende, karstized kalk lagen voldoen aan waterdoorlatende, kleiachtige-samenvoegen lagen, en het percolaat in de contactzone soms ontsnapt vlak en het hele jaar door. Veel zeldzame zegge en grassen, maar ook soorten zoals koortsklaver, wollig gras en breedbladig jongenskruid kenmerken de tribunes. Ze bevinden zich vaak op kleine schaal binnen grotere weidecomplexen en zijn beschermd als natuurgebieden in Walsdorf-Zilsdorf.